Overige informatie
Alles over de hoeveelheid melk, wat je na de kraamtijd moet doen en hoe je de voeding kunt combineren met je werk lees je hieronder.
Als de borstvoeding goed verloopt is de hoeveelheid en de samenstelling van de melk eigenlijk bijna altijd goed voor je kindje. Het is niet te controleren hoeveel moedermelk een kind binnenkrijgt tijdens het drinken.
Je kunt er vanuit gaan dat je kindje voldoende melk binnenkrijgt, als:
- Je kindje 4-6 natte luiers per 24 uur heeft.
- Minimaal 2 zachte poepluiers per dag heeft (Dit tot de leeftijd van 6 weken, daarna zijn minder poepluiers normaal).
- Je kindje alert en tevreden is.
- Hij/zij minimaal 6 voedingen per 24 uur krijgt.
- Je kindje voldoende groeit. (Indien je hierover twijfelt kun je je kindje regelmatig gaan wegen op het consultatiebureau.)
Als je het idee hebt dat de hoeveelheid voeding onvoldoende is, dan doe je er goed aan je kindje vaker aan te leggen. Dit stimuleert de melkproductie. Ook is het belangrijk erop te letten of je je kindje goed hebt aangelegd. Een kindje dat wordt gevoed op verzoek en goed is aangelegd, krijgt vrijwel altijd voldoende voeding binnen. In een enkel geval vraagt een kindje te weinig voeding en is voeden op verzoek onvoldoende. In die gevallen moet je zelf bepalen wanneer je je kind voedt. In de eerste weken na de geboorte heeft een kindje ongeveer 8-12 voedingen per 24 uur nodig (6 voedingen is echt het minimum). Overleg bij twijfel met de verloskundige of ga na de kraamtijd voor advies naar het consultatiebureau.
Als de kraamtijd is afgelopen, kan het zijn dat je toch nog vragen hebt over de borstvoeding of dat je ervaringen wilt delen met andere voedende moeders. Je kunt hiervoor terecht bij verschillende borstvoedingorganisaties, zoals de Borstvoedingorganisatie La Leche League International. Deze vrijwilligersorganisatie bestaat uit moeders die zelf borstvoeding hebben gegeven en geschoold zijn om informatiebijeenkomsten te geven en telefonisch hulp te verlenen.
Ook zijn er verschillende lactatiekundigen in de regio die je graag willen helpen. Sommige zorgverzekeraars vergoeden dit, het is goed om hiernaar te informeren.
Verder heeft Eindhoven sinds september 2009 een borstvoedingcafé. Hier kun je je baby voeden, met andere moeders praten en ervaringen uitwisselen of gewoon gezellig andere moeders ontmoeten en wat drinken. Tijdens deze ontmoetingsbijeenkomsten is altijd een lactatiekundige aanwezig.
Wanneer:
Iedere woensdag van 10.00 – 12.00 uur.
Waar:
De Witte Dame: Openbare Bibliotheek Eindhoven (kinderafdeling),
Emmasingel 22 in Eindhoven.
Officieel zijn werkgevers verplicht om je rechten als werknemer, omtrent het geven van borstvoeding op werkplek, met je te bespreken tijdens de zwangerschap. Helaas zijn maar weinig werkgevers daarvan op de hoogte. Het zou de drempel om borstvoeding op het werk te geven verlagen. Maar hoe zit dat nu met borstvoeding geven terwijl je weer gaat werken?
De belangrijkste punten op een rijtje:
- Als werknemer dien je, om aanspraak te kunnen maken op je recht om borstvoeding te geven tijdens werktijd, je werkgever tijdig op de hoogte te brengen van het feit dat je borstvoeding geeft of voornemens bent borstvoeding te gaan geven.
- De werkgever moet het werk, de werkplek, de werkmiddelen en de productie- en werkmethode zodanig inrichten of aanpassen dat het werken voor de werknemer geen gevaren met zich mee kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de borstvoeding.
- Tot 9 maanden na de geboorte heb je het recht om borstvoeding te geven op het werk (langer mag ook, maar dan in eigen tijd). Gedurende een werkdag mag je 25% van je tijd gebruiken om borstvoeding te geven of te kolven. Op een werkdag van 8 uur mag je hier dus 2 uur voor gebruiken. De werkgever is verplicht dit als werktijd door te betalen.
- Je hebt het recht om het werk af te wisselen met extra pauzes, die samen tenminste 15 minuten en ten hoogste 1/8 deel van de werktijd in beslag nemen. Deze pauzes gelden als werktijd. Het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats in overleg met de werkgever.
- Er moet een geschikte kolfruimte of voedingsruimte zijn, welke afsluitbaar is, waar je rustig kan kolven of voeden. Als deze ruimte er niet is, mag je ook naar huis om te kolven of borstvoeding te geven.
- Als werknemer heb je het recht werk te verrichten in een bestendig en regelmatig werk- en rusttijdenpatroon en je kan niet verplicht worden tot overwerk of nachtdienst. Dit laatste tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. Je kunt tot 6 maanden na de bevalling aanspraak maken op deze rechten.
Het is dus belangrijk om tijdens de zwangerschap met je werkgever te bespreken wat je voornemens zijn omtrent werk en borstvoeding. Zo kun je samen van tevoren bekijken wat te realiseren is.
Baby’s profiteren optimaal van de positieve effecten van borstvoeding, als ze ten minste zes maanden borstvoeding krijgen. Tot zes maanden hebben ze in het algemeen geen andere voeding nodig.
Verder heeft het geven van minimaal 6 maanden borstvoeding positieve effecten voor de moeder. Het verlaagt de kans op het ontwikkelen van borstkanker en uit onderzoek is gebleken, dat de kans op reumatoïde artritis (chronische gewrichtsreuma) ook wordt verlaagd.
Met het geven van de borst kan worden doorgegaan zo lang moeder en kind dat willen. Als een kindje bijvoeding krijgt, neemt de moedermelkproductie vanzelf af omdat het kindje steeds minder behoefte heeft aan moedermelk en daardoor minder drinkt. De borstvoeding wordt dan eigenlijk op natuurlijke wijze automatisch afgebouwd.
Dit proces begint zo rond de leeftijd van zes maanden, wanneer er gestart wordt met het geven van vaste voeding (de fruit- en groentenhapjes).
Als je ervoor kiest al voor zes maanden de borstvoeding af te bouwen, moet dat geleidelijk gebeuren om klachten zoals borstontsteking te voorkomen. Een goede vuistregel is om over een periode van 5 tot 7 dagen ongeveer één borstvoeding per dag te vervangen door kunstvoeding. Op die manier drinkt je kindje minder en neemt de melkproductie af.