Houdingen

Er zijn verschillende houdingen mogelijk om je kindje aan te borst te leggen. Belangrijk is dat je er ten allen tijde voor zorgt dat je zelf comfortabel zit of ligt. Zorg eventueel voor een extra kussen om het aanleggen makkelijker te maken. Variëren in de verschillende houdingen komt de borstvoeding ten goede. Het zorgt dat de borst regelmatig vanuit alle richtingen goed wordt leeggezogen en de tepel wordt steeds vanuit een andere richting aangezogen, hetgeen het ontstaan van tepelkloven vermindert.

Madonnahouding

Dit is één van de meest gebruikte en bekende voedingshouding. Maak het jezelf comfortabel door eventueel een kussen achter de rug en schouders te plaatsen, en een kussen onder de arm waar je kindje op rust. Een voedingskussen is hier handig voor.
Zorg dat hoofdje, schouder en heup in één lijn liggen en dat het gezichtje en lijfje naar je borst toegedraaid zijn.
Een nadeel van deze houding kan zijn, dat het hoofdje van je kindje wiebelt op je arm. Je hebt wat minder controle over het hoofdje, waardoor het op de goede manier aanleggen soms wat moeilijk kan zijn.

Doorgeschoven madonnahouding

Dit is een wat minder bekende voedingshouding en wordt ook wel de cross-cradle houding genoemd. Je gaat goed rechtop zitten en gebruikt je andere arm om je kindje naar de borst te sturen. Als je de rechterborst geeft, gebruik je je linkerarm om je kindje naar de borst te sturen. Je hand rust op de schouderbladen en niet op het hoofdje (dit geeft vaak onrust bij je kindje tijdens het voeden). Met de rechterhand kun je je borst ondersteunen en een mooie hap maken voor je kindje. Op deze manier heb je een goede controle over het hoofdje van de baby. Dit is een effectieve houding bij baby’s die moeite hebben met aanhappen of aanzuigen aan de borst.

Rugbyhouding

De rugbyhouding is een houding, die je jezelf wel even goed moet aanleren. Zorg dat je een groot kussen (of iets anders bijvoorbeeld een bankleuning) naast de zijde hebt waar je kindje aan gaat drinken. Dit zorgt ervoor dat je kindje op de juiste hoogte ligt. De billen van de baby liggen ter hoogte van de rug van de moeder. Het hoofdje ligt iets naar achteren, zodat er ruimte is tussen de kin en de borst van de baby zelf. Doordat het hoofdje iets naar achteren ligt, kan je kindje makkelijker drinken. Let op dat je kindje niet te ver naar voren ligt, zodat het zijn of haar nek moet buigen. Deze houding zorgt voor controle over het hoofdje van de baby. Dit is handig bij kindjes met een laag geboortegewicht of te vroeg geborene met een minimale controle over hun hoofdje. Deze houding vermijd de buik, wat prettig kan zijn na een keizersnede.

Liggend

Liggend voeden gebeurt in zijligging. Zorg dat je prettig ligt met een kussen onder je hoofd en eventueel een kussen achter je rug. Dit laatste zorgt ervoor dat je niet zo snel naar voren leunt in plaats van dat je je kindje naar je toebrengt. Een kussen tussen de benen in ligt soms nog meer ontspannen. Liggend voeden wordt over het algemeen als minder vermoeiend ervaren in vergelijking tot het zittend voeden. Een nadeel kan zijn dat het moeilijker te zien is wat er gebeurt tijdens het aanleggen en de voeding. Voor vrouwen met kleinere borsten kan liggend voeden soms lastiger zijn. Bij vrouwen met grotere borsten rust de borst op het matras, waardoor de baby makkelijk kan aanhappen.

Buik-lighouding

De buik-lighouding wordt ook wel Australian houding genoemd. Je gaat op je rug liggen met een kussen onder je hoofd, zodat je comfortabel ligt. Je kindje ligt met zijn of haar buikje op je buik, met de voetjes richting je voeten. Wanneer je kindje heeft aangehapt en drinkt, kun je het voorhoofdje een beetje ondersteunen. De houding kan gebruikt worden zodra de baby geboren is en op je buik ligt of bij wanneer je veel stuwing hebt. Je kindje moet dan tegen de zwaartekracht in drinken, waardoor de melk niet zo snel toeschiet en de voeding makkelijker te verwerken is. Het tongetje valt automatisch al mooi naar onder in deze houding en kan daarom handig zijn met baby’s met ‘tongproblemen’ (bijvoorbeeld een korte tongriem of wanneer een kindje moeilijk aan de borst wil blijven). De houding is voor moeders soms wat moeilijk om te doen.

Overige houdingen

Er zijn nog meer voedingshoudingen te bedenken, welke wat minder vaak gebruikt worden en soms wat lastiger zijn om toe te passen. Hierbij kun je denken aan:

  • Staan boven je kindje (baby op bed/tafel). De voeding loopt makkelijker uit de borst.
  • Je kindje ondersteboven. Dit is hetzelfde als voeden in zijligging, echter dan met de voetjes bij je hoofd. Indien je borsten erg gestuwd zijn of je harde plekken bovenop uw borst hebt, is dit een goede houding. Het bovenste deel van je borst wordt in deze houding namelijk goed leeg gezogen.